27-3-2024 De wortel van geduld is liefde

Geliefde broeders en zusters, goedendag!

Vandaag was de audiëntie voorzien op het Plein, maar omwille van de regen is ze naar hierbinnen verplaatst. Daardoor zijn jullie wel enigszins opgehoopt, maar niet doordrenkt. Dankzij jullie geduld.

Voorbije zondag hebben we het verhaal van de Passie van de Heer gehoord. Op het lijden dat Hij ondergaat, reageert Jezus  met een deugd die, ook al wordt ze niet bij de gangbare gerekend, zeer belangrijk is: de deugd van geduld. Zij heeft betrekking op wat men moet ondergaan.

Niet toevallig heeft geduld (patiëntie) in het Latijn dezelfde wortel als lijden (passie).

Precies in zijn lijden treedt het geduld van Christus aan het licht. Met mildheid en zachtmoedigheid  aanvaardt hij zijn aanhouding, de slagen in zijn gezicht en zijn onrechtvaardige veroordeling. Bij Pilatus beklaagt Hij zich niet. Hij verdraagt de verwijten, het gespuw en de geseling door de soldaten. Hij draagt de last van het kruis. Hij vergeeft aan hen die Hem vastnagelen en op het kruis reageert Hij niet op uitdagingen, maar is barmhartig. Dat is het geduld van Jezus. Dat alles leert ons dat het geduld van Jezus  niet bestaat in een gevoelloze weerstand bij lijden, maar zij is de vrucht van een nog grotere liefde.

Traag in de woede

In het zogenaamde “Hooglied van de liefde” (cfr 1 Kor 13,4-7), brengt de Apostel Paulus liefde en geduld sterk bijeen. Om de belangrijkste eigenschap van de naastenliefde te beschrijven, gebruikt hij een woord dat vertaald wordt als “grootmoedig”, “geduldig”.

Naastenliefde is grootmoedig, en is geduldig.

Zij vertolkt op die wijze een verrassend begrip, dat vaak in de Bijbel aanwezig is: ten aanzien van onze ontrouw toont God zich “traag in de woede” (cfr Ex 34,6; cfr Num 14,18): in plaats van lucht te geven aan zijn eigen afkeer van het kwade en van de zonde van de mens, openbaart Hij zich groter, bereid om telkens van meet af aan te herbeginnen met oneindig geduld. Voor Paulus is dat het eerste kenmerk van de liefde van God, die met de zonde voor ogen vergeving voorstelt. Niet alleen dat: het is het kenmerk van elke grote liefde, die bekwaam is om het kwade tegen te gaan met het goede, die zich niet opsluit in woede of in ontmoediging, maar volhardt en opnieuw begint.

Geduld dat opnieuw begint.

Met andere woorden, de wortel van het geduld is de liefde, zoals Sint Augustinus zegt: “Iemand is des te sterker om bekwaam gelijk welk kwaad te verdragen, in de mate dat de liefde van God in hem/haar groter is” (De patientia, XVII).Pj

Heilig geduld

Vandaar dat men zou kunnen zeggen dat er geen beter getuigenis is van de liefde van Jezus dan een geduldige christen. Laten we hierbij ook denken aan de vele moeders en vaders, arbeiders, artsen en verpleegkundigen, zieken die elke dag, in het verborgene, de wereld verfraaien met heilig geduld! Zoals de Schrift zegt: “Een geduldig man is meer dan een groot strijder en wie zichzelf bedwingt is meer dan wie een stad verovert.” (Spreuken 16,32).

Hoe dan ook, we moeten eerlijk zijn: het ontbreekt ons vaak aan geduld.

In het dagdagelijkse leven zijn we ongeduldig, allen. We hebben er behoefte aan  als “aan een wezenlijke vitamine” om verder te gaan. Het overkomt ons instinctmatige, ongeduldig worden en het kwade met kwaad beantwoorden. Het is moeilijk om rustig te blijven, het instinct te beheersen, brutale antwoorden te vermijden, twisten en ruzies te ontmijnen in gezin, op het werk, in de christelijke gemeenschap. Het antwoord is er meteen, we zijn niet in staat geduldig te zijn.

God kan wachten

Laten we er ook aan denken dat geduld niet slechts een noodzaak is, het is ook een roeping: als Christus geduldig is, dan is de christen geroepen geduldig te zijn. En dat vraagt tegen de stroom in te gaan van de vandaag heersende mentaliteit. Daarin overheersen snelheid en “alles meteen”. Daarin worden mensen, in plaats van de rijping van situaties af te wachten, uitgeperst vanuit de waan dat men meteen kan veranderen. Laten we niet vergeten dat snelheid en ongeduld vijanden zijn van het geestelijk leven. Waarom?

God is liefde en wie bemint wordt niet moe, is niet driftig, stelt geen ultimatum.

God is geduldig, God kan wachten. Denken we aan het verhaal van de barmhartige vader, die wacht op de terugkeer van de zoon die het huis heeft verlaten. Hij lijdt met geduld, is alleen ongeduldig om de zoon te omhelzen van zodra hij hem ziet terugkomen (cfr Lc 15,21). Of denken we aan de parabel van het graan en het onkruid. De Heer is niet gehaast om het onkruid uit te rukken, opdat niets zou verloren gaan (cfr Mt 13,29-30). Geduld helpt ons alles redden.

Vervelende mensen

Maar, broeders en zusters, hoe kan men geduld doen groeien? Gezien het, zoals Sint Paulus zegt, een vrucht van de Geest is (cfr Gal 5,22), moet men het aan de Geest van Christus vragen. Hij geeft ons de zachte kracht van het geduld – geduld is een zachte kracht – omdat “het eigen is aan de christelijke deugd niet alleen het goede voort te brengen, maar bekwaam maakt de slechten te verdragen” (H. Augustinus, Discorsi, 46,13).

Vooral in deze dagen zal het ons goed doen de Gekruisigde te bewonderen en zo zijn geduld over te nemen.

Een mooie oefening is ook deze: aan Hem de meest vervelende mensen toe te vertrouwen en daarbij de genade te vragen tegenover hen dat werk van barmhartigheid te beoefenen dat goed bekend is maar weinig gezien wordt: vervelende mensen geduldig verdragen. Dat is niet makkelijk. Laten we het ons voorstellen: vervelende mensen geduldig verdragen. Het begint met hen medelijdend te bekijken, met de blik van God. Leren onderscheid maken tussen hun voorkomen en hun fouten. Wij hebben de gewoonte mensen te rangschikken op basis van de fouten die ze met zich dragen. Neen, dat is niet goed. Laten we mensen naar hun voorkomen rangschikken, volgens hun hart en niet naar hun fouten.

Verruim de blik

Ten slotte, om geduld te cultiveren, deugd die aan het leven lucht geeft, is het goed de blik te verruimen. Bijvoorbeeld. De omvang van de wereld niet te beperken tot onze moeilijkheden. ”De navolging van Christus” formuleert de uitnodiging: “Het past dat gij het zware leed van de anderen gedenkt, om te leren je kleine ongemakken te verdragen”, hierbij bedenkend “dat er niets is, hoe klein ook, wanneer het uit liefde tot God verdragen wordt, bij God zonder beloning blijft” (III,19)

En ook, wanneer we in de greep van de beproeving zijn, zo leert Job, is het goed zich open te stellen voor de nieuwheid van God, in het vaste vertrouwen dat Hij onze verwachtingen niet onvervuld laat. Geduld betekent de slechten weten te verdragen.

En vandaag hier, in deze audiëntie, zijn er twee mensen, twee vaders: een Israëli en een Arabier. Beiden hebben hun dochters in de huidige oorlog verloren — en beide zijn vrienden. Ze geven geen aandacht aan de vijandschap van de oorlog, maar leven van de vriendschap van twee mannen, die van elkaar houden en die dezelfde kruisweg hebben gegaan. Laten we aan dit mooie getuigenis van deze twee mensen denken die in hun twee dochters de oorlog van het heilig Land hebben geleden.

Geliefde broeders, dank voor jullie getuigenis!